Ervaringen met een taalstagiair

Een half jaar lang heeft een Shiyar een taalstage gedaan op de dagbehandeling in Garderen. Shiyar, 20 jaar en afkomstig uit Syrië, is statushouder, woont in Barneveld en is daarnaast ook nog vrijwilliger op de Klaverweide.  Om de Nederlandse taal te leren heeft hij 2 à 3 dagen in de week meegelopen op de dagbehandeling. Anna Lokhorst begeleidde hem.  Een ervaring die van beide zijden heel positief is geweest. Ook de cliënten vonden het leuk om hem met de taal te helpen. “We nemen een laken mee om onze tranen te drogen als hij afscheid neemt”, zei een van hen.

Shiyar vond het fijn bij oudere mensen stage te lopen: “ze praten langzaam en leggen goed uit. Zij geven voorbeelden zodat ik het kan begrijpen. En als ik het niet goed snap, leggen ze het nog een keer uit en nog een keer”.
Anna: “Shiyar is al vrij snel begonnen met het lezen van het bijbels dagboekje. Daar heeft hij veel woorden uit geleerd. Woorden die hij niet snapt, schrijft hij op een in een schrift en vraagt aan de mensen wat dat woord betekent. ’s Avonds thuis gaat hij die dan nog leren en de uitspraak oefenen via Google translate. De mensen vonden het geweldig dat zij hem konden helpen. Met de een deed hij dagelijks een spelletje mens-erger-je niet, met een andere cliënt las hij de krant en bespreken ze samen wat er in staat en weer een ander bleek expert in het uitleggen van de betekenis van woorden.

Geduld

Ik vroeg Shiyar of hij tips heeft voor andere taalbegeleiders zoals Anna: “Als begeleider moet je de tijd nemen om uit te leggen wat een taalstagiair het beste kan doen. Laat een taalstagiair hardop voorlezen. Anna: “Als begeleider moet je goed kijken wie je aan een taalstagiair kunt koppelen. De ene persoon kan wel een spelletje doen, maar is niet goed in staat om woorden uit te leggen. Niet iedere bezoeker kan iemand helpen met de taal. En er moeten mensen zijn die het geduld op kunnen brengen. Als ik ’s avonds thuis kwam nadat Shiyar een hele dag was geweest, was mijn hoofd echt leeg: daar word je wel eens moe van.

De begeleider moet goed iemand kunnen inschatten ‘heeft hij echt gesnapt wat er nu wordt gezegd’, je moet iemands lichaamstaal kunnen ‘lezen’. Als hij zei dat hij het begreep en  ik vervolgens vroeg ‘wat heb ik dan eigenlijk gezegd’, pas dan gaf hij soms toe dat hij het toch niet echt goed begrepen had. Ik heb hem geleerd om te gewoon te vragen als hij het niet snapt. Al moet ik het 20 keer uitleggen. Dan ligt het er niet aan dat hij het niet snapt, maar dat ik het niet begrijpelijk of duidelijk genoeg heb uitgelegd.

Christen of moslim

Shiyar vroeg eens aan Anna: “Waarom vraagt toch iedereen welk geloof ik heb, maar jij hebt me dat niet gevraagd.” Anna: “Als er een taalstagiair, een vluchteling, bij ons komt, dan moet geloof niet zo belangrijk zijn. Het maakt niet uit wat voor geloof iemand heeft, het gaat er om dat die persoon een goede toekomst krijgt. Dan moet het niet uitmaken of iemand christen, moslim of wat dan ook is. Voor ons als christenen geldt: iedereen is welkom. Ik heb van hem geleerd dat ik dat nooit moet vragen. Dat is heel belangrijk voor hem geweest”.  Shiyar vult aan: “Veel mensen doen dat : de 1e vraag is: hou oud ben je, de 2e: waar kom je vandaan en de 3e: ben je moslim of christen. Dan denk ik: wat is er verkeerd? Hoe moet ik hier op antwoorden. Ik wil dat mensen me leren kennen om wie ik ben.”

Bloemen

De taalstage is voor Shiyar geëindigd en afgesloten met een mooie bos bloemen door Reina Bouw. De eerste keer in zijn leven dat hij een bos bloemen kreeg. Hij gaat verder met zijn toekomst en is inmiddels aangenomen bij de CHE voor de opleiding HBO-Verpleegkunde. Norschoten wil zeker verder met taalstages voor statushouders en heeft meer stageplaatsen aangeboden aan de gemeente Barneveld.

 

Barneveld, augustus 2017