Kwart eeuw Norschoten: ‘We zijn in die 25 jaar enorm uitgebreid’
Fenna Frens was teamleider op een neurologische afdeling van het ziekenhuis en deelde haar manager in 1998 mee dat ze overstapte naar een geheel nieuwe organisatie voor ouderenzorg in Barneveld. ,,De domste stap die je kunt zetten in je leven”, had haar leidinggevende gezegd. Maar dat bleek een misvatting: want een kwart eeuw later is ze hier nog steeds actief bij Norschoten, als manager revalidatie en herstel.
Norschoten bestond in die tijd uit één verpleeghuis, twee psychogeriatrie-afdelingen (hersenziektes als gevolg van ouderdom) en een somatische afdeling. Meer dan een gebouw en vloerbedekking was er niet. De afdelingen hadden al wel namen gekregen, bijvoorbeeld Esveld of Garderbroek; buurtschappen in de omgeving. ,,Toen ik binnenkwam, lagen hier twee dikke mappen als wachtlijst klaar met gegevens van cliënten die graag kwamen wonen in het nieuwe verpleeghuis, vertelt ze. ,,Toen zei ik: ik wil ook graag revalidatie en palliatieve zorg geven. De bestuurder vond het prima en zei: doe jij maar wat jij denkt dat goed is. En zo startten we met twee revalidatiecliënten. Dat ging heel aardig en we kregen steeds meer vraag van ziekenhuizen in de omgeving. Het was zó’n mooie tijd: pionieren tot en met.”
Fenna zag de afdelingen binnen korte tijd groeien als kool. De druk erop was dan groot, want de wachtlijsten waren in het begin van de jaren 2000 ook enorm. ,,Vooral ouderen met somatische klachten moesten lang wachten”, herinnert ze zich. ,,We hadden op de locatie Klaverweide dertig ‘somatische’ bedden. Rond 2004 kwamen toen de plannen om uit te breiden. Er kwam eerst tijdelijke huisvesting op de parkeerplaats. Later, in 2007, kwam er een nieuwe locatie aan de Kweekweg bij. Toen zei ik: als we nu toch een somatische afdeling erbij doen, dan ontwikkel ik hier graag door op het gebied van revalidatie. Dat was ook weer prima. Zo konden we nog meer cliënten zorg en revalidatie bieden. Prachtig om aan te werken.”
Aandacht geven is zo belangrijk. Die warmte, het menselijk contact. Wij werken hier ‘van hart tot hart’. Dit is onze slogan, en die krijgt bij ons echt inhoud”
Verhuizen
Ondertussen groeide de vraag naar eenpersoonskamers. Die aan de Kweekweg waren al zo ingericht, maar aan de Klaverweide nog niet. Fenna herinnert zich de tijd van de verbouwing, zo rond 2013, en de realisatie van de locatie Drostendijk nog goed. ,,De afdeling Garderbroek moest verhuizen naar de tijdelijke locatie aan de Amersfoortsestraat. We hadden allemaal draaiboeken gemaakt, het héle team hielp mee. De dag van de verhuizing was een prachtige zomerse dag. Toen zijn we met alle bewoners zoveel mogelijk naar de nieuwe locatie gewandeld. Dat was een hele happening.” Ook op de Amerfoortsestraat konden we veel cliënten revalideren. In 2016 was de locatie Drostendijk klaar. We konden de hele bouw vanuit de Klaverweide zien, want het staat hier naast. De verhuizing was simpel; we konden gewoon oversteken door de tuin.”
Inmiddels telt Norschoten 33 revalidatiebedden en ruim driehonderd revalidanten per jaar. ,,We zijn in die 25 jaar enorm uitgebreid.” Het gaat om mensen die doorstromen vanuit de ziekenhuizen omdat ze nog niet thuis kunnen functioneren, maar gerevalideerd moeten worden. Dit voorkomt onnodig verblijven in het ziekenhuis. Zo ontlasten wij hier de ziekenhuizen en komt er daar weer een bed vrij. Wij hebben hier zowel verpleegkundigen als verzorgenden en kunnen dus de kwaliteit leveren die de cliënt nodig heeft. Er is intensieve samenwerking met de ziekenhuizen in de brede regio. Dat houdt de doorstroom op gang.”
Vrijwilliger
Ook 25 jaar actief, maar dan de gehele periode als vrijwilliger, is Ria Boon. Zij zette in 1998 de vrijwilligerspool op. Ze begon met nul en heeft nu ruim vijfhonderd vrijwilligers actief, op alle fronten. ,,We hebben een eigen bedrijf en daar werkte ik actief in mee. Maar ik had ook een hart voor de zorg. Toen Norschoten hier startte, ben ik naar een open dag gegaan, raakte in gesprek met een zorgcoördinator en die enthousiasmeerde mij voor het vrijwilligerswerk. Zo ben ik destijds, samen met Jeanne Oudijk, begonnen.”
Ook voor Ria en Jeanne was het pionieren, want er was nog niets geregeld. Ze gingen in gesprek met de afdelingshoofden: aan wat voor type vrijwilligers was behoefte? ,,In die tijd wilden nog best veel mensen vrijwilliger worden. Je moest dus heel bewust inschatten welke persoon bij welke functie hoorde. De één paste uitstekend in de begeleiding van de bewoner, de ander kon liever gaan koken of koffie schenken en zette je iets meer op afstand van de bewoner. De koffiecounter was ook heel gewild.” Mede dankzij Ria, ze fungeert nu als één van de zeven vrijwilligerscoördinatoren, is de totale groep vrijwilligers intussen enorm: chauffeurs die cliënten brengen naar de dagcentra, kookvrijwilligers, mensen die met cliënten gaan fietsen of komen rummikubben, noem maar op. ,,Je moet het écht graag doen, want voor het salaris doe je het niet. Het klinkt een beetje gewichtig, maar ik leef van de liefde en de genegenheid. Het werk geeft zoveel voldoening.”
Kerkdiensten
Al snel bleek er ook veel vraag te zijn naar wekelijkse kerkdiensten in Norschoten. Ook dit pakte Ria op. ,,Daar heb je veel vrijwilligers voor nodig, want de bewoners moeten uit het hele huis worden gehaald, heen en weer worden gebracht. Samen koffie drinken. De mensen kwamen en komen van alle gezindten. Iedereen is welkom.”
Na een aantal jaren werken op de afdelingen Garderbroek en Esveld als coördinator kwam het hospice op Ria’s pad, dat inmiddels was opgericht aan de Kweekweg. De kerk bleef ze ernaast doen. ,,Het is heel bijzonder dat je met je gasten en de familie mag meelopen. Er wordt veel gedeeld en het is zo ongelooflijk intiem. Het is heel kwetsbaar, om mensen te begeleiden bij hun laatste momenten, samen met de familie. Dat raakt me toch altijd wel weer.”
Impact
Het hospice aan de Kweekweg krijgt goede recensies, vertelt Ria. ,,De mensen zijn heel dankbaar. Al zijn ze er soms maar één of twee dagen. Families zeggen: het was zo’n goede tijd! Mensen hoeven niets, er is rust. Een rustig kopje koffie of thee met in het weekend gebak. De familie mag blijven mee-eten en slapen. Hun familielid wordt goed verzorgd. Dat is zó belangrijk. Dit zijn tenslotte momenten met veel impact.”
Het grootste verschil tussen haar eerdere werk op de afdeling Garderbroek en Esveld en de huidige vrijwilligersfunctie in het hospice, is dat Ria nu écht meewerkt. ,,Hier sta ik aan het bed en werk ik mee, ook met bijvoorbeeld het wassen van de gast. Voordat ik overstapte, ben ik daar ook actief mee gaan oefenen in het verpleeghuis. Hier ben je echt ondersteunend aan de zorg. We doen het met elkaar.”
Receptioniste
Grada Verstraaten hoort haar Norschoten-collega van het hospice bijna geëmotioneerd aan. Zó onder de indruk is ze van de passie die uit Ria’s woorden doorklinkt. ,,Ik heb zoiets van: wow! Dat je dit alles al 25 jaar vrijwillig doet! Dit komt echt uit haar hart. Dat komt het bij mij ook, maar ik word er al die tijd ‘gewoon’ voor betaald. Alle waardering voor haar en alle vrijwilligers!”
Grada heeft zo’n beetje het bekendste gezicht en stemgeluid van Norschoten; ze is als receptioniste en gastvrouw tenslotte vaak de eerste die wordt aangesproken. 25 jaar geleden begon ze echter in het personeelsrestaurant. ,,Ook ik startte met niks. Er was een keuken en een ruimte, maar dat was het wel. Collega Mirjam van den Hudding en ik kregen alle vrijheid om alles in te richten: het interieur, de stoelen, tafels, het werkblad, alles.” Het restaurant begon klein. ,,Een broodje, een soepje, een snackje. Maar met de groei van Norschoten werd dat allemaal veel uitgebreider. Leuk waren ook de familieavonden die we hier mochten organiseren. Of avonden voor bewoners met bijvoorbeeld een koor. Verzorgden wij de hapjes en drankjes.”
Na een jaar of vijf begon Grada als invaller voor de receptioniste. Ze was er toch al, als medewerker in het restaurant, en de mensen moesten nu eenmaal verwelkomd worden en de telefoon moest worden beantwoord. ,,Ik vond het direct zó leuk; ik kwam al snel op de oproeplijst. Toen vertrok er iemand en ben ik het gaan doen. Héél wat anders dan de keuken. De administratie, de telefoon, je bent gastvrouw, álles.” Grada zegt in haar functie veel warmte te ervaren van bewoners en familieleden. ,,Dat zit ook in mij. Als je ziet dat iemand verdrietig is, dan even een knuffeltje geven, een glaasje water halen of een praten maken. Aan de telefoon krijg ik soms ook hele verhalen van mensen te horen. Dat is eigenlijk niet de bedoeling, maar soms geef je het wat tijd.” De receptioniste is in feite een soort manusje-van-alles. ,,Je kunt ons bijna alles vragen en we doen het. Zolang het maar niet zorgtechnisch van aard is.”
Collegialiteit
Als bestuurder Karin Breuker de verhalen van haar medewerkers aanhoort, is er één woord dat in haar opkomt: aandacht. ,,Dat is zó belangrijk”, zegt ze. ,,Die warmte, het menselijk contact. Wij werken hier ‘van hart tot hart’. Dit is onze slogan, en die krijgt bij ons echt inhoud. Ook de collegialiteit: we doen het allemaal samen. Het is niet voor niets dat we 45 mensen hebben die hier al 25 jaar in dienst of als vrijwilliger actief zijn. Dat kan alleen als je oog en oor voor elkaar hebt.”
Sinds Karin zeven jaar geleden bestuurder werd, heeft ze een grote professionaliseringsslag gezien. ,,Als mensen denken aan Norschoten, denken ze vaak aan een verpleeghuis. Maar het is zóveel meer dan dat. We doen hier bijvoorbeeld veel wetenschappelijk onderzoek, samen met de Radboud Universiteit. Hiermee krijgen we meer en meer kennis over de ouderenzorg. Neem bijvoorbeeld de complexe dementiezorg. Uit het onderzoek komen handvatten waarmee je de mensen beter op kunt vangen. En die kennis delen we weer.”
Breuker realiseert zich dat het beeld van de ouderenzorg in Nederland niet heel positief is de afgelopen jaren. ,,Dit vind ik heel jammer. Gelukkig zijn de klanttevredenheidsonderzoeken voor ons steeds heel positief. Op de Zorgkaart Nederland scoren wij een 8,9. Wat wij anders doen dan andere instellingen? Vind ik moeilijk te zeggen. Wij hebben mooie, nieuwe gebouwen met veel licht. Dat geeft wel een warme sfeer. Er zijn voldoende welzijnsmedewerkers die activiteiten doen met de cliënten. Ze worden echt uitgedaagd. En dankzij het kennis- en behandelcentrum wordt er ook extra op de bewoners gelet. Hoe blijven de mensen blij? Cliënten hoeven hier niet de marathon te lopen, maar als ze in hun appartementen beter van de bank naar de stoel kunnen komen en zelf naar de badkamer kunnen en zo langer de regie houden, dan is dat wel winst.”
Uitdagingen
En dat allemaal in een tijd van personeelsschaarste en veel ziekteverzuim. Grote uitdagingen, realiseert Breuker zich. ,,Alle medewerkers willen er hier gezamenlijk iets van maken. Als er plotseling een gat valt in het rooster, dan doet iedereen er alles aan om dat op te vullen. De druk is hoog en de loyaliteit naar elkaar is heel groot. Dat vind ik soms ook wel een valkuil, want zo kun je ook omvallen. Het voelt soms als koorddansen. We leggen de ‘zorglat’ hoog, maar soms mag je dat keukenkastje even laten staan en gewoon even naast een cliënt gaan zitten.”
De zorgorganisaties vissen allemaal in dezelfde personeelsvijver. Daarom is besloten om bij Norschoten naar een andere personeelssamenstelling te kijken, vertelt Breuker. ,,Allemaal met het doel, dat de zorgmedewerker zich ook echt op de zorg kan focussen en minder op de vuilnisbak en het aanrecht. Zo hebben we nu sfeermakers, vaak studenten, die bijvoorbeeld een spelletje met cliënten doen. Dat is wel een aanwinst; deze teams zorgen voor reuring en de studenten kiezen later vaak ook voor de zorg. Maar het is inderdaad een lastige situatie. Als mensen bij ons weggaan, dan vind ik het niet erg als ze naar een collega-instelling gaan. Wel als ze helemaal uit de zorg zouden gaan. Want we kunnen niemand missen.”
Ze zagen Norschoten vanaf nul enorm groeien tot een professionele zorgorganisatie: Hospicevrijwilliger Ria Boon, manager Fenna Frens en receptioniste Grada Verstraaten waren er op 1 april 1998 al bij – vandaag 25 jaar geleden – en werken er nu nog. Samen met bestuurder Karin Breuker blikken zij terug op de afgelopen kwart eeuw.